17 oktober 2024

Broodnodig lezen als open raam - 2 -

 Op 17 juli schreef paus Franciscus een vurig pleidooi opdat pastores én alle christenen méér open zouden staan voor literatuur. Hij bracht eigen ervaringen in herinnering als aanloop (zie vorig bericht). Dan maakt hij ons erop attent dat de kerk vroeger ook voeling had met de gangbare cultuur. Vaak gebruikte de kerk de courante grammatica om het verhaal van Jezus te actualiseren.
Daarbij stelt hij een belangrijke (retorische) vraag: "Hoe kunnen we de harten van culturen bereiken als we de symbolen, boodschappen, creaties en verhalen waarmee ze hun mooiste ondernemingen en idealen, maar ook hun diepste geweld, angsten en passies hebben vastgelegd (...)negeren, afwijzen en/of het zwijgen opleggen?" 
Daarbij herinner ik mij dat in een Vlaamse parochiekerk de pastoor waarschuwde om de bloemlezing "Van God los", verschenen in 2011 bij Lannoo en samengesteld door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem, zeker niet te lezen. Dus, deze pauselijke oproep heeft zeker zin. 
Zelf heb ik in deze blog zeventien gedichten uit die bundel tegen het licht gehouden tussen 15 juni 2017 en 18 september 2020. Deze reeks kreeg als titel mee: God dichten tot Hij openbreekt. Ik vond de oproep van die pastoor echt beneden alles en die uitspraak had bij mij het omgekeerde effect.
De paus is heel formeel over literatuur : "Contact met verschillende literaire en grammaticale stijlen zal altijd helpen om de meerstemmigheid van de openbaring te verdiepen zonder deze te verarmen of te reduceren tot historische omstandigheden of mentale structuren." (alinea 10). De meerstemmigheid van het geloofsverhaal dient vol vertrouwen gehoord te worden en zo kan de veelkleurigheid van de hedendaagse cultuur helpen om niet té eenzijdig de getuigenissen van Bijbel en kerk overboord te gooien.

Als zijn grote voorbeeld haalt de paus de apostel Paulus aan die op de Atheense Areopagus getuigt over God: "In hem leven wij en bewegen wij en bestaan wij, zoals ook sommige van uw dichters hebben gezegd." (Handelingen 17,28). Paulus citeert de Griekse dichters Epimenides en Aratus van Silo. Franciscus zegt dan ook dat Paulus zich een lezer toont van poëzie. Hij zegt daarbij : "De Atheners noemen hem een spermologos, dwz een 'raaf, roddelaar, charlatan', maar letterlijk 'een oogster van zaden'. Wat zeker een belediging was, wordt paradoxaal genoeg een diepe waarheid. Paulus verzamelt de zaden van de heidense poëzie en gaat zo ver dat hij in deze oude poëzieteksten een ware preparatio evangelica ziet." (al.12)
 De waarde van de literaire cultuur is voor Franciscus, in de voetstappen van Paulus, is zonneklaar. "Wat deed Paulus? Hij begreep dat literatuur de afgronden in de mens blootlegt, terwijl de (Bijbelse) openbaring, en vervolgens de theologie, deze aangrijpen om te laten zien hoe Christus ze doorkruist en verlicht. Literatuur is daarom een poort naar deze afgronden, die de pastor helpt om een vruchtbare dialoog aan te gaan met de cultuur van zijn tijd." (al.13)   

In onze hedendaagse Nederlandstalige literatuur horen we vaak stemmen die soms heel dicht aanleunen bij de verhalen van de zoekende mens in de Bijbel. Zo verscheen in 2020 van de jonge dichter Roelof ten Napel een boeiende bundel bij uitgeverij Hollands Diep "In het vlees". De jonge homoseksuele schrijver zoekt zijn weg, weg uit de verstikkende protestantse opvoeding. Hij verwoordt angsten en twijfels, dromen en idealen die leven bij heel wat jonge mensen in deze tijden.
Zo ook bijvoorbeeld in dit vers uit die bundel (blz. 144):

SONNET XXXII

ongelovig?
alsof ik me voorstel
met wat ik niet meer ben,

als zeggen:
hallo, ik ben geen
steen - 

ik ben geen gelovige meer, maar
dat vormt me niet meteen
tot het omgekeerde -

het gaat me erom, misschien,
te zoeken naar
wat 'god' ooit betekend heeft, toen iemand het zei
zoals de eerste mens die iets zei
zoals 'au'

Zoals vele tijdgenoten zoekt de dichter hier niet naar definities en schema's, maar naar een ervaring, ook al doet die pijn ('au' zeggen?). En het gaat er niet om zich af te zetten tegen, zichzelf te definiëren met 'on-' of 'niet-', maar om te zoeken naar wat wel grond kan zijn van ontmoeting en gesprek. Een vers dat aan kan zetten tot gesprek en dat zaden kan bevatten van leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten